Ben je je fiets of voorwerp kwijt?
Op www.verlorenofgevonden.be staan voorwerpen en fietsen die zijn opgehaald in België (o.a. in Leuven en Antwerpen). Door de samenwerking van de steden, politie en lokale fietsendepots bevat deze website een volledig overzicht van alle gevonden voorwerpen en fietsen. De kans is dus groot dat jouw voorwerp of fiets erbij staat.
In nauwe samenwerking met andere overheidspartners zullen regelmatig nieuwe organisaties aangesloten worden waardoor we streven naar een nationale dekking.
Staat je fiets of voorwerp er niet bij?
Gebruik bij het zoeken zoveel mogelijk relevante trefwoorden, zoals kleur, merk, type of plaats en pas de filters aan in het zoekresultaat.
Als je (brom)fiets er niet tussen staat, kan deze gestolen zijn. We raden je aan om aangifte te doen van diefstal. Dit kan online bij het E-loket van de Politie of bij je politiekantoor.
285
organisaties
73056
voorwerpen
Deze week gevonden:
Enkele aangesloten organisaties :
Deze vragen werden eerder gesteld
Herstellen jullie ook fietsen?
Bij een fietscentrale of fietsendepot is geen hersteldienst beschikbaar. Hiervoor kan je terecht bij een fietsenwinkel of andere reparatiepunten.
Welke rechten heb ik wanneer de eigenaar zijn voorwerp terugvordert?
Algemeen blijft een gevonden voorwerp toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar. De eigenaar kan zijn voorwerp, dan wel de opbrengst ervan, terugvorderen. Hij is verplicht de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing te vergoeden. Je hebt dan retentierecht (recht om het niet terug te geven) zolang deze verplichting niet is nagekomen.
Wat zegt de wetgeving over gevonden voorwerpen ?
Je zal het misschien niet verwachten, maar er is een aparte wet gewijd aan de rechten en plichten die burgers hebben ten aanzien van verloren en gevonden voorwerpen. Als je iets vindt dan zijn daar wettelijke consequenties aan verbonden. In deze wet is overigens bepaald dat de gemeente (en dus niet de politie) verantwoordelijkheid draagt voor de bewaring, de registratie en het beheer van verloren en gevonden voorwerpen. Hieronder vind je meer verduidelijking van de wet. Sinds 1/9/2021 kan de vinder zelf het voorwerp bewaren, dan is deze aansprakelijk voor de bewaring.
NIEUWE WETGEVING SINDS 1 september 2021.
Burgerlijk wetboek – Boek 3 – Titel 3: Eigendomsrecht – Ondertitel 2
Artikel 3.58 Gevonden zaken: verplichtingen
1. De vinder van een roerende zaak moet redelijke pogingen ondernemen om de eigenaar terug te vinden. Vindt hij deze niet, dan moet hij daarvan uiterlijk binnen zeven dagen na de vondst aangifte doen bij een gemeente van zijn keuze, die deze in het daartoe bestemde register laat opnemen en, indien zij de eigenaar kent, deze binnen een maand na ontvangst van de aangifte per aangetekende zending uitnodigt om deze zaak of haar opbrengst te komen ophalen. Indien de zaak in andermans eigendom wordt gevonden, moet de vinder hiervan binnen dezelfde termijn de eigenaar per aangetekende zending inlichten.
Deze verplichtingen voor de vinder en de gemeente gelden niet voor zaken die buiten een woning zijn geplaatst om te worden opgehaald of op een vuilnisbelt te worden geworpen. Ze zijn daarentegen wel van toepassing op de goederen die de gemeente heeft moeten wegnemen om reden van veiligheid of het gemak van doorgang alsmede op de goederen die op de openbare weg geplaatst zijn ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting.
2. De vinder kan zelf de zaak bewaren dan wel deze laten bewaren door de gemeente. Naargelang het geval is de vinder of de gemeente aansprakelijk voor de bewaring van de zaken die zij hebben ontvangen of weggehaald, overeenkomstig de bepalingen van de bewaargeving uit noodzaak.
In geval de gemeente van bewaring niet die is waar de zaak werd gevonden, deelt haar bestuur de vondst onverwijld mede aan deze laatste gemeente, welke hiervan in het register bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, melding maakt.
3. Indien zes maanden sinds de vondst verstreken zijn, kan, naargelang het geval, de vinder dan wel de gemeente te goeder trouw en op een economisch verantwoorde wijze beschikken over de zaak. In twee gevallen wordt van die termijn afgeweken:
- de vinder of de gemeente mag, zonder het verstrijken van die termijn af te wachten, beschikken over de zaken die vatbaar zijn voor bederf, die onderhevig zijn aan snelle waardevermindering of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid;
- de verplichte bewaartermijn voor fietsen is drie maanden.
In geval van verkoop wordt de opbrengst ter beschikking van de eigenaar of van zijn rechtverkrijgenden gehouden tot het verstrijken van de termijn die nodig is voor de verkrijging bedoeld in artikel 3.59.
Art. 3.59. Gevonden zaken: oorspronkelijke eigendomsverkrijging
1. De gevonden zaak blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar. De eigenaar kan de zaak, dan wel de opbrengst ervan, terugvorderen uit handen van de vinder of de gemeente. Hij is verplicht de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing te vergoeden. De vinder of gemeente heeft een retentierecht zolang deze verplichting niet is nagekomen.
Indien de in artikel 3.58 genoemde verplichtingen zijn nagekomen, wordt de vinder of de gemeente aan wie de zaak is afgegeven, van deze zaak slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register van de gemeente waar de aangifte is gebeurd voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.
2. Heeft de gevonden roerende zaak geen eigenaar, dan verkrijgt hij die deze in bezit neemt en de in artikel 3.58 genoemde verplichtingen is nagekomen, daarvan onmiddellijk de eigendom.
3. Indien de eigenaar van een goed hierin een verborgen zaak vindt die geen eigenaar heeft, wordt hij hiervan eigenaar voor zover hij de in artikel 3.58 genoemde verplichtingen is nagekomen.
Heeft een verborgen zaak geen eigenaar en wordt deze in andermans goed gevonden, dan behoort de zaak voor de helft toe aan de vinder die een persoonlijk of zakelijk gebruiksrecht heeft en deze toevallig vindt, voor zover hij de in artikel 3.58 genoemde verplichtingen is nagekomen.
De zaak behoort dan voor de andere helft toe aan de eigenaar van het goed waarin deze zaak gevonden wordt.
4. De vinder die geen eigenaar wordt en aan de op hem rustende verplichtingen heeft voldaan, heeft naar omstandigheden recht op een redelijke beloning vanwege de eigenaar.
Art. 3.60. Niet-opgehaalde zaken
Indien een eigenaar of een niet-eigenaar zaken toevertrouwt aan een detentor om te worden bewaard, bewerkt, hersteld of gereinigd, en deze zaken worden niet teruggenomen, dan verzoekt de detentor de eigenaar daartoe bij middel van een aangetekende zending, gericht tot de laatste bekende woonplaats.
Na verloop van een jaar te rekenen van de dag van deze aangetekende zending, kan de detentor de zaken doen verkopen onder de in artikel 3.58, 3, bepaalde voorwaarden.
De opbrengst van de verkoop wordt overgemaakt aan de detentor. Na aftrek van het bedrag van zijn schuldvordering, keert hij het eventuele saldo uit aan de eigenaar of stort het, wanneer diens woon- of verblijfplaats onbekend is, op een afzonderlijke rekening met vermelding van de naam van de eigenaar. Dat laatste bedrag vervalt, in hoofdsom en interesten, van rechtswege aan de Schatkist na vijf jaar, tenzij dat bedrag, binnen die termijn, door de eigenaar wordt gevorderd.